Het examenprofiel: mavo 3 en 4, havo 4 en 5, vwo 4, 5 en 6

Hieronder vind je de overgangsnormen van het examenprofiel: mavo 3 en 4, havo 4 en 5, vwo 4, 5 en 6

Bepalen advies

Vanaf mavo 3, havo 4 en vwo 4 schat het onderwijsteam in hoe kansrijk jij bent om het volgende leerjaar succesvol te doorlopen. Bij die inschatting zijn de volgende gegevens van belang:

  1. De cijfers voor de vakken (immers, we gaan in de bovenbouw voorbereiden op het examen).
  2. De ervaringen uit de lespraktijk (te denken aan onder andere formatieve werkvormen, diagnostische toetsen, onderzoeken, PO’s), en op de (geschreven) feedback.
  3. De totale indruk van het onderwijsteam.

Deze gegevens leiden tot een advies (voor de leerlingen die van vwo 4 naar vwo 5 gaan, tenzij ze een eerder advies al naast zich neergelegd hebben) of een besluit van het onderwijsteam.

Dit advies/besluit wordt in de laatste schoolweek door het onderwijsteam uitgebracht. Hieronder lees je per leerjaar en –niveau wat het uitgangspunt is voor een onderwijsteam om tot een advies te komen.

Van vwo 4 naar vwo 5

Je gaat door naar vwo 5 indien:

  • Je voor maximaal twee vakken onder vwo-niveau scoort en
  • Je voor maximaal een kernvak onder vwo-niveau scoort en
  • Voor de leerlingen met een scienceprofiel het vak NLT (natuur, leven en technologie) (alleen voor leerlingen met een scienceprofiel) krijg je een cijfer. Dit cijfer is onderdeel van het schoolexamencijfer. Een cijfer lager dan 5.5 is gelijk aan “onder vwo-niveau”.
  • Het onderwijsteam op basis van ervaringen uit de lespraktijk (te denken aan onder andere formatieve werkvormen, diagnostische toetsen, onderzoeken, PO’s), en op de (geschreven) feedback, van mening is dat je kansrijk bent om het volgende leerjaar met goed gevolg te doorlopen.

Van mavo 3 naar mavo 4

In mavo 3 hebben we een PTO (programma van toetsing en ontwikkeling) én een PTA (programma van toetsing en afsluiting). In het PTA staan de onderdelen die meetellen voor het resultaat van het schoolexamen. Deze onderdelen zijn óók in het PTO opgenomen. Daarnaast zijn in het PTO een aantal onderdelen extra opgenomen om een volledig beeld van jouw ontwikkeling voor ieder vak te verkrijgen. Deze onderdelen tellen niet mee voor het examen maar tellen wel mee voor de overgang. Deze onderdelen laten namelijk zien hoe jij je ontwikkelt richting het examen.

Om over te kunnen gaan, moet je cijferlijst aan de volgende eisen voldoen:

  1. Het gemiddelde van de gemiddelde PTO-cijfers van álle afzonderlijke vakken moet een 5,5 of hoger zijn en
  2. Het gemiddelde van het PTO voor het kernvak Nederlands moet minimaal 5 zijn en
  3. Geen enkel gemiddelde van het PTO is lager dan een 4 en
  4. De beoordeling voor kunstvak 1 (CKV) én Sport en Bewegen is voldoende of goed en
  5. Voor de gemiddeldes van het PTO van alle afzonderlijke vakken geldt:
  • Ze dienen allen een 6 of hoger te zijn, of
  • Bij één 5 moeten alle andere gemiddeldes 6 of hoger zijn, of
  • Bij één 4 en één 7 moeten alle andere gemiddeldes 6 of hoger zijn, of
  • Bij twee keer een 5 en één 7 moeten alle andere gemiddeldes 6 of hoger zijn, en

Het onderwijsteam is op basis van: ervaringen uit de lespraktijk (te denken aan onder andere formatieve werkvormen, diagnostische toetsen, onderzoeken, PO’s), en op de (geschreven) feedback, van mening dat je kansrijk bent om het volgende leerjaar met goed gevolg te doorlopen.

Van havo 4 naar havo 5 & van vwo 5 naar vwo 6

In havo 4 en vwo 5 hebben we een PTO (programma van toetsing en ontwikkeling) én een PTA (programma van toetsing en afsluiting). In het PTA staan de onderdelen die meetellen voor het resultaat van het schoolexamen. Deze onderdelen zijn óók in het PTO opgenomen. Daarnaast zijn in het PTO een aantal onderdelen extra opgenomen om een volledig beeld van de ontwikkeling voor ieder vak te verkrijgen. Deze onderdelen tellen niet mee voor het examen maar tellen wel mee voor de overgang. Deze onderdelen laten namelijk zien hoe jij je ontwikkelt richting het examen.

 

Om over te kunnen gaan, moet je cijferlijst aan de volgende eisen voldoen:

 

  1. Het gemiddelde van de gemiddelde PTO-cijfers van álle afzonderlijke vakken moet een 5,5 of hoger zijn en
  2. Bij de gemiddeldes van de PTO’s voor de kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde mag maximaal één 5 zijn. De rest moet dan minimaal een 6 zijn. C&M kun je op havo zonder wiskunde volgen. Wanneer je het wel volgt, telt het als kernvak en
  3. Geen enkel gemiddelde van het PTO is lager dan een 4. Het combinatiecijfer en de individuele gemiddeldes van CKV en maatschappijleer tellen ook mee voor deze regel en
  4. De beoordeling voor Sport en Bewegen is voldoende of goed en
  5. Voor de gemiddeldes van het PTO van alle afzonderlijke vakken geldt:
  • Ze dienen allen een 6 of hoger te zijn, of
  • Bij één 5 moeten alle andere gemiddeldes 6 of hoger zijn, of
  • Bij één 4 moet het gemiddelde van alle PTO gemiddeldes ten minste 6,0 zijn, of
  • Bij twee keer een 5 of bij een 4 én een 5, moet het gemiddelde van alle PTO gemiddeldes per vak ten minste 6,0 zijn en

Het onderwijsteam is op basis van: ervaringen uit de lespraktijk (te denken aan onder andere formatieve werkvormen, diagnostische toetsen, onderzoeken, PO’s), en op de (geschreven) feedback, van mening dat je kansrijk bent om het volgende leerjaar met goed gevolg te doorlopen.

 

© 2024 denieuwsteschool.nl | Alle rechten voorbehouden | Cookies | Privacy